Gist is een micro-organisme, een ééncellige schimmel. Er bestaan vele soorten
gisten. We onderscheiden ziekmakende en niet-ziekmakende. Van dit laatste soort
zijn het bakkers- of biergist de bekendste. Zij worden gebruikt bij de bereiding
van brood en bier. Bij het bereiden van wijn en andere diverse producten spelen weer ander gistsoorten
een rol. De meeste in levensmiddelen gebruikte gisten zijn bolvormig en delen
zich door het vormen van knopjes. Onder de microscoop zijn zij hierdoor goed te
herkennen, ze zien er dan uit als een 8.
Gisten hebben suiker nodig om te groeien. Uit dit suiker maken “ze” alcohol en
koolzuurgas (de term vergisten komt hier ook vandaan). Deze twee stoffen zijn de
belangrijkste eigenschappen van gisten voor levensmiddelen. Ze kunnen ook
aangename geur- en smaakstoffen, die belangrijk zijn voor het eindproduct,
maken.
Voor bier zijn zowel de alcohol als het koolzuurgas van belang, bij de bereiding van
brood met name de gasvorming. Ook wordt er dan wel alcohol gevormd, maar dit
vervliegt bij het bakken.
Gisten komen overal voor in de natuur, vooral op planten en vruchten komen vele soorten
gisten voor. Fruit dat op de grond valt, bederft dan ook vaak door gisten.
Doordat hierbij ook alcohol ontstaat horen wij in het nieuws, of lezen in de
krant, over dronken dieren, die teveel gegiste vruchten hebben gegeten.
Gist wordt op grote schaal gekweekt in de industrie. Het gist gaat in grote tanks
waarin een suikerhoudende vloeistof wordt gepompt. Als de gist uitgegroeid is
wordt de vloeistof verwijderd en de gist geperst of gedroogd. Verder wordt er
niets aan toegevoegd.
Het voormalige bedrijf: Gist-Brocades, nu DSM, in Delft, levert het product Fermipan,
dat u als “gedroogde gist” in de winkel van de molen kunt kopen.
Boekweit is geen graan maar ook geen gras, al wordt
zij er wel mee over één kam geschoren.
De familie waartoe de plant behoort, is de Polygonaceae of wel de
Veelknopachtigen. De oudste zaadsporen die er ooit gevonden zijn dateren van
2500 tot 1500 voor Christus.
De boekweitzaden hebben wel iets met granen gemeen: zij bevatten naast zetmeel
ook diverse waardevolle bestanddelen. Dit is de reden waarom boekweit regelmatig
als onderdeel van onze voeding wordt gepropageerd.
In ons land wordt sedert 1880 geen boekweit meer van enig belang geteeld. In
landen als Rusland, Denemarken, Frankrijk en noordwest Duistland wordt nog veel
boekweit geteeld. De voornaamste leveranciers voor Nederland zijn Amerika,
canada maar bovenal Zuid-Afrika. In genoemde landen wordt zelf op grote schaal
boekweitproducten gegeten door de bevolking.
Een boekweitveld heeft een lichtroze kleur en de bloemen zijn onder andere
bruikbaar voor honingproductie.
Tot de streken waar in ons land boekweit werd verbouwd behoorde het Gooi. De
gemeentewapens van Bussum en Hilversum vertonen dan ook gouden boekweitkorrels.
Boekweit werd in de avond gemaaid, als het gewas niet meer zo droog was. Een
paar dagen later volgde, ook in de avonduren, het binden. Twee weken later
werden de schoven binnengehaald, waar ze met vlegels of dorsstokken gedorst
werden: de zaden werden gescheiden van het kaf. De dorsers liepen daarbij op
kousenvoeten om de korrels niet te beschadigen. In Groningen dorste men boekweit
op een zaadkleed, net als koolzaad. Het kaf werd daarmee verwijderd en de korrel
bleef over. De omhulling van de korrel werd als zemelen gebruikt en de kern of
tot grutten gebroken of tot meel vermalen. Een tussenproduct is griesmeel
waarvan pudding gemaakt kan worden.
In het verleden werd nog meer met boekweitgrutten gedaan: in sommige streken at
men ze met pruimen of vlees. Ook maakte men de combinatie grutten-pekelharing,
wat vooral de matrozen voorgeschoteld kregen. Ook voor gast- en weeshuizen
en gevangenen was het goedkoop voedsel. Dan waren er nog de boekweitkoeken en
grutten met stroop. In de provincie Zeeland stond boekweitgrutten met karnemelk
bijna dagelijks op het menu. In de Achterhoek maakte men van boekweit
pannenkoeken en ook spekpannenkoeken. bereid van boekweitmeel. In Groningen
maakte men van boekweitmeel met 1/3 deel tarwemeel "klont"of "jan
in de zak". Vooral op zondag werd dat veelvuldig gegeten.
Boekweitmeel wordt nu nog steeds gebruikt voor poffertjes, pannenkoeken,
leverworst en balkenbrij.
Dat boekweit zo'n belangrijk voedingsmiddel is, komt door de aanwezigheid van
aminozuren, ruttine, vitamine B en mineralen.
Merkwaardig is de afwezigheid van gluten, waardoor het niet mogelijk is om er brood
van te bakken.
De doppen die na het dorsen overblijven worden heden ten dagen als vulling in
kussens gebruikt.
Soort | Te gebruiken voor: | Soort | Te gebruiken voor: | |
Volkoren tarwemeel - hele tarwekorrel gemalen |
volkoren (bruin) brood | Boekweitmeel - gemalen boekweitvrucht (geen graanproduct) |
pap, poffertjes | |
Tarwebloem - gezeefd volkorenmeel |
wit brood, koekjes, cake, gebak enz. |
Pannenkoekmix - tarwebloem - boekweitmeel - tarwe volkorenmeel |
pannenkoeken, poffertjes | |
Speltmeel (EKO) - gemalen speltkorrels |
alternatief voor tarwebrood | Cakemeel - tarwebloem - vanillesuiker - bakpoeder - zout |
cake, tulband | |
Maïsmeel - gemalen maïskorrels |
pap, koekjes, ook te verwerken in rozijnen-/krentenbrood, het meel is gelig van kleur |
Roggemeel - gemalen roggekorrel |
- Roggebrood - toegevoegd aan tarwemeel geeft een donkerder en zwaarder brood |
|
Woudkorenmix (EKO) - bestaat uit: tarwe, haver, gerst, rogge, lijnzaad, zonnebloempitten, zout, plant. vet, lecithine, ascorbinezuur |
- Woudkorenbrood | 5 Granenmix - bestaat uit: meel of vlokken van tarwe, haver, gerst, rogge en maïs |
- 5 Granenbrood | |
Hardbroodpoeder - bestaat uit: tarwebloem, dextrose [tarwe, mais], emulgator (E472e, E322 [soja]), tarwegluten, plantaardig vet, meelverbeteraar (E300, E920), enzym [tarwe] |
broodverbeteraar: maakt het brood smakelijkere en langer houdbaar (vitamine C) en maakt de korst krokanter | (M)oliebollenmix - tarwebloem - vanillesuiker - gedroogde gist - zout |
oliebollen |
Link voor meer informatie over brood en broodproducten.
Link voor meer informatie over graan.